Plofkipdemocratie: pleidooi voor verkiezingen! Hoe ogenschijnlijke democratisering de legitimiteit van de democratie ondergraaft.
Plofkipdemocratie: pleidooi voor verkiezingen! Hoe ogenschijnlijke democratisering de legitimiteit van de democratie ondergraaft.
‘Het zijn allemaal zakkenvullers!’
‘Waarom stemmen, ze doen toch wat ze zelf willen?’
‘Hunnie veranderen toch weer van mening als ze eenmaal gekozen zijn. Draaikonten zijn het!’
‘Stemmen: ammehoela en dan weer vier jaar m’n bek houden zeker?’
(vrij naar de geluiden die rondom de verkiezingen klinken op radio en t.v. )
Niet iedereen heeft de representatieve democratie hoog zitten. Er bestaat een verschil tussen wat mensen van de politiek verwachten en de politiek die ze waarnemen. Dit verschil is, zo betoog ik, niet op te lossen door meer democratie, door aan de democratie referenda, participatieprocessen of interactieve sessies toe te voegen. Daardoor neemt het wantrouwen in de democratie niet af maar toe en het ondermijnt haar legitimiteit. Pogingen tot democratisering zorgt voor minder democratie (paradox alert!).
Ongenoegen en de democratische mythe
De representatieve democratie functioneert prima, zeker in vergelijking met landen waar enige vorm van democratie ontbreekt. Echter, er bestaat veel ongenoegen en wantrouwen bij een deel van de burgers. Dit ongenoegen is erg moeilijk op te lossen. Dat de politiek de wens van het volk niet representeert en niet kan representeren is een gegeven waar weinig aan te doen valt. Het volk bestaat niet, het volk stemt niet. Individuen stemmen. De kans is zeer klein dat jouw mening wordt gerepresenteerd door een politicus, dat de politicus die mening vervolgens weet om te zetten in een door de raad gesteund besluit, dat dit besluit leidt tot beleid en dat dit beleid vervolgens effect heeft op de maatschappij op de manier die jij voor ogen had. Je kunt kiezen op een partij, op een persoon binnen die partij, maar dan is het de vraag of die voldoende stemmen krijgt en een zetel bemachtigt, vervolgens is het de vraag of ze in een coalitie kunnen deelnemen en vervolgens is het de vraag hoe de standpunten worden uit-onderhandeld en vervolgens is het de vraag hoe de raad reageert… en mocht het ooit tot plannen of beleid komen dan heeft de praktijk geleerd dat de relatie tussen beleid en implementatie arbitrair is. In normaal Nederlands: maakbaarheid kent zijn grenzen en het effect van beleid is moeilijk te voorspellen en niet te sturen.
Tegen beter weten in houden we in Nederland een democratische mythe in stand. De mythe is dat het volk door te stemmen bepaalt wie er in de raad komt en zo indirect ook wie het college vormgeeft en de wethouders leveren. Het college maakt vervolgens, gebaseerd op de verkiezingsprogramma’s, besluiten en deze besluiten worden vervolgens uitgevoerd door de volgzame ambtenarij. De ambtenarij zet de besluiten dan om in beleid of in plannen. In werkelijkheid werkt de democratie omgekeerd. De ambtenaren en de netwerken waarin ze opereren (bijvoorbeeld de relaties tussen ambtenaren, projectontwikkelaars, NGO’s en adviseurs) bereiden de besluiten voor en het college en de raad maken de beslissingen collectief bindend. Vervolgens communiceert de politiek de genomen beslissingen richting de media, die het met de burgers delen.
Dit klinkt misschien cynisch, maar toch functioneert dit systeem redelijk goed. Het functioneert deels omdat tegelijkertijd de mythe in stand wordt gehouden. We weten diep van binnen dat de democratie eigenlijk anders werkt maar we doen alsof de representatieve democratie daadwerkelijk het volk representeert. Het is een productieve mythe omdat de mythe helpt de democratie in stand te houden. Deze zorgt ervoor dat mensen blijven stemmen en dat er door de media naar politici wordt geluisterd en dat we hun beloftes elke keer weer aannemen alsof de toekomst te voorspellen en maakbaar is.
We hebben de mythe nodig om de democratie in stand te houden. Hoewel het een mythe is te denken dat we met de verkiezingen een direct verband tot stand brengen tussen particuliere meningen en de representaties daarvan in de politiek, legitimeren we met de mythe van de representatieve democratie de democratie. En dat is van groot belang omdat de democratie een hoger doel dient dan representatief te zijn: haar doel is om de diversiteit aan opinies binnen de politiek te verhogen en haar van democratische legitimiteit te voorzien. Daarmee voorkomen we te grote dominantie en het in zichzelf gekeerd raken van bepaalde partijen, zoals in Groningen gebeurde met de sociaal democraten, of erger: alleenheerschappij, dictators en tirannen. We stemmen dus niet zozeer om onze meningen geïmplementeerd te krijgen in de politiek maar om deze te legitimeren en de interne diversiteit te verhogen. Capisce?!
Meer democratie?
MAAAAAAAAR er zijn altijd mensen die de democratische mythe voor een waarheid aanzien en vervolgens constateren dat hun eigen observaties sterk afwijken van de mythe. Zij ervaren dat hun wensen en verwachtingen helemaal niet worden gerepresenteerd in/door de politiek en worden dan boos en wantrouwend (geen recent verschijnsel). Als reactie daarop, nerveus geworden van de tegengeluiden uit het electoraat, organiseren politici en ambtenaren daarom processen die tot doel hebben de democratie te verbeteren. Denk hierbij aan referenda, aan participatie processen.
Deze processen, die tot doel hebben de democratie te verhogen, hebben paradoxaal genoeg een tegenovergesteld effect. Ze helpen niet om de democratische mythe te herstellen maar ondermijnen haar. Bijvoorbeeld doordat de participerende groepen in een participatie proces een zeer selectieve representatie zijn van de bevolking. Enkel lobby X is aanwezig, alleen de voorstanders laten van zich horen, of enkel hoogopgeleide gepensioneerden hebben de tijd zich ermee te bemoeien. Sommige participanten in het proces weten zich gesteund door gelijkgestemde ambtenaren en in het proces worden tegengeluiden voorzichtig naar buiten gewerkt. Wie zit het eerst aan tafel, wie mag er meestemmen, wie kan er meepraten, wie spreekt het juiste jargon? Of er wordt een referendum of preferendum georganiseerd en er is geen nuloptie om tegen het plan te stemmen. We kunnen stemmen tussen zes soorten koffie maar niet voor bier. Of het ontbreekt de stemmer aan voldoende tijd om zich te verdiepen in hetgeen hij/zij moet stemmen en tegenstemmen is dan het makkelijkst.
Lang leve de representatieve democratie
Pogingen het democratisch gehalte van de democratie te verhogen leiden tot een plofkipdemocratie. Je denkt meer kip te krijgen voor minder geld maar uiteindelijk eet je waterig vlees. Om de plofkipdemocratie te vermijden, dient men aldus goed na te denken over elke poging de mate van democratie te verhogen, want het resultaat kan zijn dat haar legitimiteit in het gedrang komt. Verschillende mensen en organisaties kunnen daarin verschillende rollen spelen. Ik richt mij tot de politici, de media en ten slotte tot u: de kiezer.
Ten eerste de politici. Zij dienen zich kritisch te verhouden tot de plofkipdemocratie. Ze kunnen hun eigen legitimiteit en die van de politiek verhogen door eerlijker te zijn over het functioneren van de democratie. Democratie mag best een beetje pijn doen; door de grenzen van de democratie en de politiek te benadrukken verhoogt men haar legitimiteit. Door eerlijk uit te leggen dat niet alle beloftes kunnen worden waargemaakt, dat draaien soms noodzaak is en dat de maakbare samenleving een illusie is, kunnen de verwachtingen van het electoraat wat getemperd worden (met als risico dat de productieve mythe wordt ondermijnd). Misschien kan het ook geen kwaad het electoraat er af en toe aan te herinneren dat het voornaamste doel van de democratie is om de diversiteit aan meningen en perspectieven binnen de politieke arena zo groot mogelijk te houden. De representatieve democratie houdt allenheersers en eenpartijstelsels op afstand. Dat is iets om trots op te zijn en een stuk minder vanzelfsprekend dan sommigen zijn gaan geloven.
Ten tweede de media. Zij moeten zich niet teveel blindstaren op wethouders en raadsleden. Hoewel zij politiek verantwoordelijk zijn, worden de meeste besluiten genomen en wordt beleid gemaakt buiten hen om, binnen de ambtenarij. Maak dus ook het handelen van de ambtenarij object van journalistieke reflectie. Onderzoek de netwerken waarin beslissingen worden voorbereid, bijvoorbeeld de netwerken tussen ambtenaren en projectontwikkelaars. Ontmasker elke vorm van depolitisering, elke poging om beslissingen en besluiten buiten het domein van het politieke te plaatsen.
Ten slotte een paar tips voor ‘het volk’. Besef, U bestaat niet. Maar ieder individu kan op z’n minst gaan stemmen, daarmee legitimeert u de democratie. Ik kan u voorspellen dat uw gebeden niet zullen worden verhoord, maar zolang niet iedereen op dezelfde partij stemt, zal de democratie er een van tegengeluiden zijn, noodzakelijke discussies en productieve conflicten. Gaat u niet stemmen dan is er ook niks aan de hand, want dan doen anderen dat. Echter, mocht de democratie ooit ingeruild worden voor een dictatuur dan voelt u zich wellicht medeverantwoordelijk. U kunt dus het beste preventief gaan stemmen. Net zo belangrijk: blijf politiek actief. Schrijf brieven naar kranten, ventileer uw mening op het web, demonstreer en observeer. Klop op de deuren van wethouders, raadsleden en ambtenaren en mocht u cynisch zijn of worden, ga eens een jaartje in [ ] (hier kunt u een dictatuur van uw keuze invullen) wonen. Hoe mooi het weer er ook moge zijn en hoe zoet de wijn, u zult waarschijnlijk een groot verlangen ontwikkelen naar een representatieve democratie als de onze. Wees dankbaar. Amen.
[BRON]