Ruimtelijke ordening is arena voor machtsspelletjes [‘oud nieuws’ uit Resource 2003]

Door Martin Woestenburg

“Planoloog Kristof van Assche en belevingsonderzoeker Martijn Duineveld hebben de Oekraïne ontdekt als spiegel voor de Nederlandse ruimtelijke ordening. Daar is volgens hen nog heel goed zichtbaar hoe de verschillende bevolkingsgroepen een eigen geschiedenis proberen te bouwen door gebouwen neer te zetten die hieraan refereren. Maar ook in Nederland is de ruimtelijke ordening niet objectief.

,,De Oekraïne ligt op het kruispunt van culturen”, vertelt ir Martijn Duineveld van de leerstoelgroep Sociaal-ruimtelijke analyse. ,,De rivier de Dnjepr was de weg waarlangs de Vikingen naar Byzantium voeren. Kiev is door de Vikingen gesticht, maar het overgrote deel van de cultuur komt van het Byzantium, hoewel er ook invloeden zijn van de steppevolkeren. Er wordt continu ruzie over gemaakt.”

Dat levert rare situaties op, vult drs Kristof van Assche van de leerstoelgroep Ruimtelijke planvorming aan. ,,Zo staat in de stad Uzhgarad aan de grens met Slowakije een authentiek ogende Byzantijnse kerk. Dat deel van de Oekraïne was onderdeel van het Habsburgse Rijk, dus het is geschiedkundig onzin. Maar voor de Oekraïners is het geen onzin. Aan de andere kant zie je stukken verleden staan te verkrotten en te verschimmelen. Zo zijn er hele mooie Renaissancegebouwen. Daarvan zouden wij zeggen dat het geschiedkundig mooie gebouwen zijn, maar ze staan te verkrotten.”Corrupt
Samen bezochten Van Assche en Duineveld enkele maanden de Oekraïne. Ze ondervroegen planologen, wetenschappers, bestuurders, politici en intellectuelen over de manier waarop in hun land wordt omgegaan met erfgoed. De onderzoekers schetsen een ondemocratisch, corrupt systeem waarin ambtenaren, zakenlieden en misdadigers nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden. Duidelijk is wel dat de ruimtelijke ordening een arena is voor de machtsspelletjes van de verschillende mensen en de verschillende clans en bevolkingsgroepen.
Oekraïne is rijk aan autochtonen en allochtonen, in allerlei schakeringen. Er leven tartaren, joden, Russische Oekraïners, Oekraïense Russen, Armeniërs, Georgiërs, enzovoorts. Tartaren die in 1944 werden gedeporteerd komen weer terug. ,,De tartaren zien zich als de echte Oekraïners, maar het is mengsel van volkeren. Dat is het tartaarse probleem.” Kleine minderheidsgroepen als de karaïten, die een mengsel van joodse, islamitische en christelijke cultuur aanhangen, worden nu door de tartaren gezien als een bedreigde bevolkingsgroep, waartegen de tartaren zich beter als grote groep kunnen profileren.Netwerk
Van Assche en Duineveld werden door de Oekraïners omzichtig tegemoet getreden. Met steun van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, verzoekbrieven met stempels van de Nederlandse ambassade, veel telefoontjes en vaak boos worden kwamen ze bij de verschillende gesprekspartners binnen. ,,Eenmaal binnen kwam de omslag”, vertelt Duineveld. ,,Dan kwam je via het netwerk van de mensen ineens overal.” Ze moesten bij rivaliserende groepen wel weer oppassen als ze werden gevraagd wie ze allemaal hadden gesproken, omdat je verdacht was als je met tegenstanders had gepraat.
,,In Kiev had je twee groepen”, vertelt Duineveld. ,,Een rondom de stadsarchitect, en een rondom de baas van monumentenzorg. Die hebben allerlei trucs om geld te verdienen. Stel, een rijk iemand wil een gebouw bouwen vlakbij een oud gebouw. Dan schrijft monumentenzorg zeven, acht rapportjes, en dan hebben ze het geld binnen. Soms wordt het oude gebouw gesloopt, soms niet. De stadsarchitect verdient het meest met bouwen en het indienen van bouwvergunningen.”
,,Het is nog ingewikkelder dan in Nederland”, stelt Van Assche. ,,Er zijn veel meer vergunningen en plannen, en daardoor ziet het er modern uit. Maar de regels worden gebruikt als machtsmiddel. Soms laten ze gebouwen langzaam ineen storten, zo nu en dan doen ze er wat aan. Er is een labyrint aan regels, waar niemand iets van snapt, behalve de ambtenaren. Door de rivaliserende clans heb je ook weinig eenheid in de ruimtelijke ordening. Tegenover het westen werken ze soms wel samen, dan zetten ze hun beste beentje voor.”

Spiegel
De Oekraïne werkt bij Van Assche en Duineveld als een spiegel voor Nederland. ,,Je prikt als je kijkt naar de ruimtelijke ordening in Nederland sneller door het formele heen”, vertelt Duineveld. ,,Ook hier heb je machtsspelletjes. En door de vergelijking met de Oekraïne kun je daar makkelijker over spreken.” Want de boodschap dat ook in de Nederlandse ruimtelijke ordening zaken als erfgoed en natuur via machtsspelletjes een plek krijgen, is volgens de beide onderzoekers moeilijk te brengen. ,,Nederlanders hebben het idee dat het planningssysteem objectief is”, stelt Van Assche. ,,Ze beseffen niet goed dat geschiedenis een sociaal construct is. Geschiedenis is mode; daardoor hebben wij geld gekregen voor ons onderzoek.”
,,Dat in Nederland erfgoed x op wijze y beschermd wordt, is geobjectiveerd in regels en criteria”, vervolgt Van Assche. ,,Erken nu eens dat die criteria worden opgesteld door een kleine elite van kenners.” Van Assche noemt als voorbeeld het beeld van de zeventiende eeuw, de Gouden Eeuw, in Nederland. Daarin overheerst het idee dat de rijkdom van de Nederlanders toen vooral uit Nederlands Indië kwam. ,,Terwijl het meeste geld werd verdiend met de handel in domme producten als graan en hout op de Oostzee.”

Erfgoed
,,Niets is erfgoed tot een bepaalde groep besluit dat iets erfgoed is,,, aldus Duineveld. ,,Dat kunnen ook flesjes bier van tien jaar oud zijn.”Maar soms overheersen sommige beelden van het verleden. Zo wordt in de Oekraïne de twaalfde eeuwse bouwstijl Kiev Rus – ,,heel erg Byzantijns”, aldus Van Assche – net zo hoog aangeslagen als de Gouden Eeuw in Nederland. Stalin heeft de tweede kerk van Kiev, de Sint Michaëlskerk, laten afbreken door wetenschappers op een lijst te laten tekenen dat de kerk uit de achttiende eeuw komt, een periode waarin Peter de Grote regeerde en Franse – volgens Stalin ‘bourgeois’ – invloeden heersten.
De Sint Michaëlskerk is nu weer opgebouwd, met de volgens Van Assche en Duineveld kenmerkende overdaad aan marmer en bladgoud. De wetenschappers die de lijst van Stalin niet tekenden, zijn helden, beschermers van het Kiev Rus erfgoed. En zo staan in Nederland de restaurateurs van het Amsterdamse centraal station of het Rijksmuseum hoger in aanzien dan de amateurhistorici die de uit de Tweede Wereldoorlog stammende IJssellinie willen bewaren voor het nageslacht.” (BRON)