Het Blokken Feuilleton. Het woelige leven van de Nederlandse ruimtelijke ordening geïllustreerd door de Casus Stadsblokken-Meinerswijk (Arnhem, 1980-2017)

De ruimtelijke ordening as we know it is stervende. Hoogste tijd voor een gepast afscheid.

Het Blokken Feuilleton is een reconstructie van de recente plangeschiedenis van Stadblokken-Meinerswijk (SbMw), een relatief dun bebouwd gebied aan de zuidoever van de Rijn, deels gelegen tegenover de Arnhemse binnenstad. De aanleiding voor de reconstructie is een curieus lachje dat Martijn waarnam op het gezicht van de voor het gebied verantwoordelijke wethouder Henk Kok. Op een filmpje is te zien hoe Henk Kok in de lach schiet nadat hij heeft uitgesproken dat de projectontwikkelaar Phanos, die een groot deel van het gebied bezit en ambitieuze bouwambities had, failliet is en de SNS Bank die daarna het gebied in bezit kreeg sinds kort ook. Vanwaar dit lachje?

Martijn gaat op onderzoek uit en ontdekt dat er voor SbMw sinds de jaren tachtig tientallen plannen zijn bedacht, welke op een enkele uitzondering na, nooit bewaarheid zijn geworden. Terwijl de ene na de andere fantasie over de mogelijke toekomst van het gebied het licht zag, ontwikkelde het gebied zich ogenschijnlijk onafhankelijk van de ambitieuze plannen, documenten, notities en ontwerpen, volgens de rationaliteit van haar diverse gebruikers: wandelaars, zwervers, dichters, boeren, ambtenaren, naaktlopers, prostituees en liefhebbers van mosjes en de Koude Oorlog. Ondertussen ging de natuur haar gang en sijpelde elke dag weer wat gif, afkomstig uit de vele vuilstortplaatsen die het gebied rijk is, in de Rijn. Is SbMw een rauw randje aan de verder zo succesvolle Nederlandse ruimtelijke ordening? Of is SbMw exemplarisch voor de Nederlandse ruimtelijke ordening, die langzaam maar zeker verzeild is geraakt in de relikwieënkast van het hoog-modernistische maakbaarheidsdenken? Of is het een geldmaakmachine waarin een klein aantal partijen heel veel geld heeft kunnen verdienen? En wat is daar grappig aan?

Het Blokken Feuilleton bestaat uit de volgend delen:

1. De geschiedenis van een lach

In dit eerste deel van het Blokken Feuilleton lezen we dat Martijn Duineveld door een Arnhemse kunstenaar is gevraagd om de recente planningsgeschiedenis van het Arnhemse uiterwaardenpark Stadsblokken-Meinerswijk te beschrijven. Hij stuit al snel op een YouTube filmpje waarop te zien is dat de voor het gebied verantwoordelijke Arnhemse wethouder Henk Kok in de lach schiet nadat hij heeft verteld dat de projectontwikkelaar Phanos, die een groot deel van het gebied bezit, failliet is. Het lachje van de wethouder roept vele vragen op. Vanwaar die vrolijkheid? Omdat de projectontwikkelaar failliet is? Omdat er weer een bank is omgevallen? Omdat de Staat nu eindelijk macht heeft over deze ‘kapitalistische boeven’, zodat de wethouder zijn gedroomde natuurpark in de uiterwaarden kan realiseren? Martijn heeft het sterke vermoeden dat achter de vrolijkheid van de wethouder een verhaal schuilgaat dat wellicht meer zegt over de staat waarin de Nederlandse ruimtelijke ordening zich verkeert, dan over de psyche van deze wethouder.

2. Papieren tijgers

Om het lachje van de wethouder (GroenLinks) Henk Kok beter te begrijpen neemt Martijn Duineveld een aantal maal contact met hem op. Tevergeefs. De wethouder wil hem niet te woord staan. Martijn denkt dat het ook zonder een interview met de wethouder mogelijk moet zijn de redenen voor het lachen van de wethouder te ontrafelen. Hij duikt in de beleidsstukken, plannen en ontwerpen die in de afgelopen 30 jaar zijn gemaakt over en voor SbMw. Wellicht laten die iets los? Het blijken er tientallen te zijn en ze hebben twee dingengemeen: ze zijn ambitieus en ze zijn op een enkele uitzondering na nooit gerealiseerd. Martijn vermoedt dat de vele mislukte bouwplannen misschien deels het gegrinnik van de wethouder verklaren. Maar ze roepen vooral veel vragen op, niet alleen over SbMw maar ook meer in het algemeen over de Nederlandse ruimtelijke ordening, het wereldberoemde succesnummer, waar tot zeer recent vele miljarden in omgingen.

3. If you take the blue pill… Een wandeling door de mensenbiotoop

De stapels nooit uitgevoerde plannen en ontwerpen voor SbMw, die voorbijkwamen in voorgaande feuilleton, zijn waarschijnlijk het resultaat van duizenden uren vergaderen en de noeste arbeid van planners, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen die wekenlang kromgebogen over hun tekentafel hebben gezeten. Hoe verhoudt deze papieren wereld zich tot de plek zelf? Om dat te onderzoeken maakt Martijn een wandeling door het gebied. Hij ontdekt daar een grootstedelijke wereld in een groene omgeving, waar kortgeknipte jongeren trippen op de beats van dj’s met exotische namen, mannen van middelbare leeftijd hun geslachtsorgaan een kleurtje geven, daklozen de nachten doorbrengen tussen de distels, natuurliefhebbers de tjiftjaf trachten waar te nemen en cultuurliefhebbers zich verdringen om de restanten van een afweergeschut uit de Koude Oorlog. SbMw lijkt grotendeels onaangeraakt door de planningsmachine en heeft zich in deze politieke luwte kunnen ontwikkelen tot een bijzondere mensenbiotoop waar uiteenlopende groepen mensen zich vermaken, schuilhouden, de liefde bedrijven en die soms ook vinden.

4. De rise van de geldmaakmachine

Toen de Arnhemse wethouder Henk Kok voor de lokale omroep over het failliet van Phanos en de problemen van SNS-Reaal sprak, schoot hij in de lach. Hij leek erop te hopen dat de grond van Phanos door dit failliet in handen van de gemeente zou komen. Maar hoe kwam SbMw überhaupt in bezit van Phanos? En was daar ook niet een wethouder van GroenLinks bij betrokken? Lacht Henk misschien om zijn overwinning op een partijgenoot? Waarom kocht Phanos deze grond en waarom is er tot op heden nooit gebouwd? In dit deel van het Blokken Feuilleton reconstrueert Martijn Duineveld de aankoop van SbMs. Hij schetst een periode in de recente geschiedenis waarin de Nederlandse ruimtelijke ordening functioneerde als een geldmaakmachine, waarin overheden en projectontwikkelaars miljarden verdienden met de op- en verkoop van grond. Het was in die tijd (2006) dat projectontwikkelaar Phanos ongeveer de helft van het nabij het centrum van Arnhem gelegen Stadsblokken-Meinerswijk kocht voor een slordige 30 miljoen euro. Martijn’s reconstructie van de grondaankopen in SbMw illustreren hoe de ruimtelijke ordening lange tijd kon functioneren als geldmaakmachine. De geldmaakmachine werd onder meer mogelijk gemaakt door een mythe te creëren waarin de gemeente als goed werd voorgesteld, als opkomend voor de collectieve belangen en de projectontwikkelaars werden weggezet als jagers van het eigenbelang. In werkelijkheid werkten gemeentes en projectontwikkelaars nauw samen. Er bestonden in die tijd hechte banden tussen overheden en marktpartijen. Van een ‘vrije markt’ was nauwelijks sprake. Hoe oprecht was het lachje van de wethouder?

5. Het Luchtkastelen rumoer (De val van de geldmaakmachine)

De tijd dat projectontwikkelaars in nauwe samenwerking met gemeenten samen eenvoudig miljarden verdienden aan het bouwrijp maken, kopen en verkopen van gronden, is in een paar jaar tijd geschiedenis geworden. Gemeenten hebben miljarden euro’s schuld en een paar van de grootste projectontwikkelaars zijn in de afgelopen jaren omgevallen, met achterlating van weer miljarden euro’s aan schulden. Phanos, die een groot deel van SbMw opkocht, is zo’n projectontwikkelaar. Hoewel het failliet van Phanos niet te wijten is aan het mislukken van de plannen voor de ‘perfecte’ bouwlocatie SbMw, zou de schuld van Phanos wel miljoenen lager zijn uitgevallen als ze SbMw hadden kunnen ontwikkelen. Maar dat is nooit gebeurd. Waarom niet? En in hoeverre kan met het antwoord op deze vraag het lachje van wethouder Henk Kok worden begrepen?

In deel van het Feuilleton geeft Martijn Duineveld een vijftal redenen die volgens hem allemaal hebben bijgedragen aan het niet kunnen ontwikkelen van SbMw. De eerste oorzaak moet volgens hem gezocht worden in het domein van de politiek en wel specifiek binnen één politieke partij: GroenLinks, de partij van wethouder Henk Kok. Binnen GroenLinks leidde een intern conflict vlak voor de verkiezingen van 2006 tot een verschuiving van machten, rollen en verantwoordelijkheden, met als resultaat dat de vertrouwensrelatie tussen Phanos en de gemeente onder druk kwamen te staan. Oorzaak nummer twee is deels het resultaat van de eerste. Na de verkiezingen in 2006 besloot het nieuwe college dat de burgers mochten meepraten over SbMw. De visies en plannen voor SbMw, zo werd besloten, moesten voortkomen uit een participatief proces. Dat er uit dit participatieproces niet de aanbeveling rolde om een groen gebied vol te bouwen was voor niemand een verassing. De derde oorzaak heeft te maken met de gespannen relatie (een eufemisme voor moddergooien, wederzijdse verwijten en pogingen van Phanos de gemeenteplannen te dwarsbomen) tussen Phanos en de gemeente, na afloop van het participatieproces. De vierde oorzaak is volgens Martijn is structureler van aard. Dat wil zeggen: het onontwikkeld blijven van dit gebied heeft weinig van doen met lokale toevalligheden, maar vooral met grondpolitiek en de ‘perverse’ dubbelrol van gemeentes daarin. Kort door de bocht geformuleerd: de gemeente Arnhem had niet veel belang bij het ontwikkelen van een bouwlocatie omdat haar eigen belangen elders lagen. De vijfde en laatste oorzaak, of eigenlijk een reeks van samenhangende oorzaken, moet worden gezocht bij het imago van Phanos dat al redelijk snel nadat zij in Arnhem ten tonele verscheen is gecreëerd.

6. Sluipwegen (Slot)

In dit laatste deel gaat Martijn Duineveld in op de vragen die tijdens het proces en na de publicatie van de eerdere delen zijn opgeroepen. Speciaal daarvoor houdt Martijn nog enkele aanvullende interviews en met een beetje geluk krijgt hij ook wethouder Henk Kok te spreken, zodat de held van dit verhaal zelf kan onthullen hoe we zijn lachje het beste kunnen interpreteren. In dit deel blikt Martijn ook terug op zijn onderzoek naar SbMw. Hij betoogt dat de casus niet op zelf staat maar een aantal belangrijke perversies en schoonheden van de ruimtelijke ordening blootlegt. Het is een systeem waarin fantasieën van ambtenaren, politici en belangengroepen worden geprojecteerd op complexe en meervoudige werkelijkheden, die zich maar moeilijk laten sturen. De casus laat ook zien dat de democratie best aardig werkt, soms. Alleen niet op de wijze waarop we haar formeel voorstellen. De democratie kent vele sluipwegen en ondoorgrondelijkheden en de productieve rol van conflicten mag daarbij niet worden onderschat. Ook leert de analyse dat sommige spelers in het spel dat ruimtelijke ordening heet meer met elkaar gemeen hebben dan ze zouden willen toegeven. In het geval van SbMw was het opvallend dat de groenlobby en de bouwlobby beide het gebied voorstelden als een leegte, als iets wat of alleen maar natuur was of juist iets wat er alleen om vroeg te worden bebouwd. De ‘werkelijke’ plek, zoals deze betekenis heeft voor verschillende gebruikers, werd gereduceerd tot plankaarten waarop iedereen naar hartenlust zijn verlangens en fantasieën kon projecteren.