Stadsmakers of liever krakers? De valkuilen van burgerinitiatieven | Door Martijn Duineveld
In Utrecht wilde een groepje stadsmakers zich bemoeien met de ontwikkeling van een voormalige rafelzone midden in de stad, een voorheen ‘spannend’ bedrijventerrein genaamd Rotsoord. De rafelzone is ondertussen omgetoverd tot een woontorenpark: veel beton en weinig groen. Wat aan maatschappelijke waarde rest van het oude Rotsoord heet Nieuw Rotsoord: een geweldige kinderboerderij, een moestuin en een boomgaard. Een groene oase in infrastructuurknooppunt Utrecht.
Het concept stadsmakers is een paar jaar geleden ontstaan in de hoogtijdagen van wat sommigen de participatiemaatschappij en anderen de energieke samenleving noemen. Burgers zouden zich gaan inzetten voor de publieke zaak. In vele buurten in Nederland werden houten bakken met aarde neergezet waarin wat groenten werden verbouwd. Bij elke geoogste aubergine klonk een kreet van verrukking. Stadslandbouw! Duurzaamheid! Circulaire economie! Samenwerken, een zwerm vormen, meepraten, level playing field, win-win, bottom-up, interactief, cradle-to-cradle… Hallelujah. Het optimisme over burgerinitiatieven vierde hoogtij.
Hoewel de retoriek rondom burgerinitiatieven een hoog ‘samen theedrinken dan komen we er wel uit’-gehalte heeft, is de ruimtelijke ordening in werkelijkheid een machtsspel waarin grote belangen met elkaar om voorrang strijden. Een spel tussen gemeentes, provincies, projectontwikkelaars en burgers. Het is een wereld waarin boven- en onderwereld elkaar of ontmoeten of vlak langs elkaar heen scheren, waarin miljarden zijn verdiend en recentelijk miljarden zijn verloren.
In dit spel hebben verschillende spelers verschillende rollen. De politiek heeft het mandaat besluiten te nemen, het ambtelijk apparaat voert deze besluiten uit en projectontwikkelaars volgen idealiter de logica van de markt binnen de grenzen van de wet. Burgers hebben het recht te protesteren, soms mogen ze meedenken en als ze zich goed organiseren mogen ze ook zelf initiatieven ontplooien. De rol van burgerinitiatieven in dit spel is nog niet helemaal duidelijk geformuleerd. Willen we de rollen van burgers in dit spel helder krijgen, dan moeten we ons bewust zijn van een paar valkuilen. Ik noem er vijf.
Valkuilen
Eerste valkuil: Fit in or f*ck off | Uit onderzoek blijkt dat overheden vooral initiatieven leuk vinden die mooi binnen het huidige beleid passen, die passen bij de verwachtingen van politici. Initiatieven die het beleid in de weg zitten worden niet gehypet, krijgen geen subsidie of worden weggezet als hinderlijk, als NIMBY.
Tweede valkuil: Het einde van de welvaartstaat | Burgerinitiatieven legitimeren het uithollen van de welvaartstaat. Als de burgers het plantsoen onderhouden kunnen we weer x fte van de plantsoenendienst ontslaan. Logisch dat ambtenaren niet altijd staan te springen om burgerinitiatieven.
Derde valkuil: Destabilisatie van de democratie | Burgerinitiatieven ondermijnen de democratie. De gedachte is dat als burgers het zelf doen, dat heel democratisch is, het zijn immers burgers die het goede nastreven. Maar wie representeren die burgers? Op wie kan ik stemmen als ik het niet met die burgers eens ben? Wat legitimeert hun handelen?
Vierde valkuil: Legitimeren van datgene dat je verwerpt | Burgerinitiatieven legitimeren soms onbedoeld ontwikkelingen waar ze zich juist tegen verzetten, op Rotsoord is bijvoorbeeld een weinig inclusieve hipsterhaven ontstaan vol jonge studenten die van hun gefermenteerde paardenbloemen chai maken en net-afgestudeerden die de helft van hun eerste loon besteden aan een klein kamertje in een nieuw opgeleverde flat. En die hoge huren kan men deels vragen dankzij de stadsmakers die leven in het gebied brengen en die eigenlijk zouden willen dat het inclusiever was voor de mensen uit de omringende buurten.
Vijfde valkuil: Ondermijnen van de eigen onafhankelijkheid | Burgerinitiatieven worden soms wat klef met de overheid waardoor sociale innovatie en systeemverandering in de kiem worden gesmoord. Door mooie woorden als samenwerking, co-creatie en zwerm, en de praktijk van overlegjes met de gemeente en de politiek en iedereen te vriend willen houden. Door de afhankelijkheid van gemeentes die kan ontstaan op het moment dat een burgerinitiatief subsidies ontvangt kunnen de relaties iets te intiem worden, waardoor wederzijdse kritiek en productieve conflicten worden vermeden.
Makkelijk zeuren maar hoe nu verder?
Onderzoek en informeer | Wordt bewust van de complexe machinerie die ruimtelijke ordening heet. Leg constant het handelen van de lokale overheid onder een vergrootglas. In samenwerking met bijvoorbeeld de hogeschool voor journalistiek en lokale media. Hoe wordt er geld verdiend met de aan- en verkoop van grond en vastgoed? Heeft de gemeenteraad daar wel altijd goed zicht op? Help gemeenteraadsleden hun kennis over lokale kwesties in de ruimtelijke ordening op peil te houden. Voedt ze met informatie.
Creëer een toekomstvisie. | Als de gemeente van Utrecht vooral inzet op mobiliteit en vergeet om van Utrecht een echte stad te maken, de groenste stad van Europa om maar iets te noemen, dan zijn de burgers aan zet. Begin met een echte visie, niet met iets vaags zoals de wens om samen te werken.
Draag bij aan een RO-systeem dat jouw visie dichterbij brengt | Naast een visie voor de stad en voor jouw gebied (groener, duurzamer, inclusiever) is het zaak het systeem te verbeteren dat vormgeeft aan de stad. Hou de rollen en verantwoordelijkheden, rechten en plichten van politici, b&w, ambtenaren, projectontwikkelaars en burgers scherp voor ogen. Zoek de grenzen op in het volle bewustzijn van deze grenzen. Of speel het spel mee en verander het spel in één beweging.
Lees Machiavelli en organiseer jezelf like a boss | Organiseer je zo dat je zowel met de gemeente samenwerkt (bijvoorbeeld met groepje A georganiseerd in stichting X) als luis in de pels bent. Burgergelijke ongehoorzaamheid binnen de grenzen van de wet. De mooiste en groenste plekken op Rotsoord hebben we te danken aan krakers, niet aan de meepraters. Dat geeft te denken.
(plaatje is van CASA Arnhem.)